Een kort bericht van het Eindhovens Dagblad toont de alarmistische boodschap dat burger steeds meer gaat betalen voor de zorg: € 155 miljard wordt aan zorg uitgegeven, € 8610 per persoon, 9 % hoger. Vervolgens wordt er nog wat met groeicijfers gestrooid en eindigt het bericht met de stelling ‘van elke 7 euro gaat dus 1 euro naar de zorg’.
Het bericht vertelt vooral dat de zorguitgaven zijn gestegen, maar laat onbelicht waarom dat bedrag toeneemt en waar het geld terechtkomt. Wat het bericht níet zegt, is minstens zo belangrijk:
Een kort uitstapje buiten de zorg
Daarvoor maak ik een vergelijking met een herkenbaar voorbeeld voor iedereen. De boer krijgt voor een liter melk ongeveer € 0,50 cent. Jij betaalt in de winkel gemiddeld € 1,50. We zien allemaal waar die euro extra naar toe gaat: de hele keten van de melk ophalen en verwerken tot het punt dat het in de supermarkt staat. Alle prijsverhogingen in de keten (organisatie) dragen bij aan een steeds hogere prijs die de jij als consument vervolgens weer betaalt maar je hebt er geen enkele invloed op.
Iets breder maar nog steeds heel herkenbaar is de volgende vergelijking.
Elke Nederlander geeft een gemiddeld bedrag per jaar uit aan boodschappen en dat is ook heel wat meer dan een jaar daarvoor.
Vraag is of de Nederlander daar ook meer boodschappen voor krijgt. Het antwoord zullen jullie allemaal wel weten: NEE
Wat ontbreekt er in het bericht van het Eindhovens Dagblad (en CBS)?
Wie kijkt naar de verdeling van dat geld, ziet vooral mist. Hoeveel van die euro komt werkelijk terecht bij verpleegkundigen, verzorgenden of huisartsen? En hoeveel verdwijnt in managementlagen, administratie, dure IT‑systemen en commerciële contracten met externe aanbieders? Hieronder ga ik in op een aantal zaken die ik mis.
- Geen uitleg over de besteding van de 1 op 7 euro.
Er staat dát een zevende van de economie naar zorg gaat, maar niet hoe die euro wordt verdeeld tussen directe zorgverlening, ondersteunende diensten, commerciële partijen, administratieve lagen of vastgoedkosten. - Geen onderscheid tussen in-de-zorg en aan-de-zorg.
Het artikel maakt geen onderscheid tussen geld dat terechtkomt bij zorgverleners (verpleging, huisarts, ggz) en geld dat wordt besteed aan management, ICT, inkoop, uitzend- en detacheringsbureaus of externe contractanten. - Geen duiding van prijsinflatie.
De stijging van 9% wordt gepresenteerd alsof die volledig zorgspecifiek is, maar de algemene inflatie van ongeveer 3,3% over dezelfde periode wordt niet meegewogen. Daardoor lijkt de zorggroei explosiever dan zij is. - Geen analyse van productiviteit of resultaat.
Er wordt niet aangegeven of Nederlanders met die hogere uitgaven ook meer zorg krijgen — of juist minder, zoals veel burgers ervaren. De vergelijking met boodschappen of melk laat zien dat hogere bedragen niet automatisch meer waarde opleveren. - Geen zicht op de sturing of invloed van de burger.
De zorgconsument heeft weinig invloed op hoeveel van die euro naar directe zorg gaat. Het stuk benoemt niet dat er weinig inzicht is in wie aan de geldstromen verdient en hoe rendement of winst wordt meegenomen in de kostenopbouw. - Geen toelichting op specifieke kostendrijvers.
De enige genoemde reden voor de stijgende uitgaven is de opvang van asielzoekers, maar niet dat deze opvang wordt ingekocht bij private bedrijven zoals Arts en Zorg of vergelijkbare commerciële partijen met aandeelhouders (!). Ook grotere structurele factoren (personeelstekorten, tariefstijgingen, vergrijzing) ontbreken.
De kern
Het CBS-bericht beschrijft de optelsom, niet de verdeling. De nadruk ligt op het totaalbedrag en het alarmsignaal (“1 op 7 euro”), terwijl de wezenlijke vragen onbeantwoord blijven:
Wie ontvangt dat zorggeld, welke delen van de keten groeien het hardst, hoeveel wordt daadwerkelijk aan patiënten en zorgverleners besteed, en hoeveel verdwijnt in organisatiekosten/productieketen?
We betalen dus meer, zonder te weten wie er beter van wordt. En terwijl de roep om extra miljarden aanzwelt, weet niemand nog of dat geld straks bij de zorgverlener of bij de boekhouder terechtkomt.
DISCLAIMER Alle informatie en/of artikelen mogen alleen gedeeld worden met bronvermelding. Verwijzing naar dit kennisplatform en auteur Marjet Veldhuis.