Afgelopen zomer schreef ik het rapport ‘Heilige zorghuisjes, is er echt een personeelstekort IN de zorg? Waarom het zorgsysteem zichzelf ondermijnt’. Hierin heb ik mijn kennis op dit gebied, uitgebreid beschreven (en onderbouwd).
Het proces
Deze zomer schreef ik het rapport. Meerdere mensen hebben vanuit meerdere invalshoeken/professies meegelezen en daar is het zichtbaar beter van geworden.
Vandaag stuurde ik het rapport, vergezeld van een persbericht, naar de diverse media. Gewoon omdat ik wil toetsen of de media inmiddels wél geïnteresseerd is in het oppakken van een ander geluid op het gebied van de houdbaarheid van de zorg. Ik ben oprecht nieuwsgierig. Op 18 oktober deel ik het rapport met een breder publiek.
De kracht van de fabel
Omdat ik erg van fabels houd (de symboliek geeft zoveel kansen), heb ik aan ChatGPT gevraagd om een fabel te maken van mijn rapport. Ik heb het her en der wat herschreven. Zo kan ik alvast de kern van het rapport delen.
De fabel gaat over Fonteinvogels, Regeldieven, Rekenkrabbers, Touwwevers, Schaduwvogels en de Uil.
De Fonteinvogels en het Web van Dorst
Er was eens een dorp dat bloeide rond een grote fontein.
Het water gaf leven, en de Fonteinvogels zorgden ervoor dat het bij iedereen terechtkwam — bij de zieken, de ouderen, de kinderen. Ze vlogen met aandacht, met vakmanschap, met liefde. Hun lied was zacht maar krachtig: “Zorg stroomt van mens tot mens.”
De eerste draai
Toen kwamen de Regeldieven uit het dal van Controle. Ze zeiden: “We willen helpen. Als jullie alles noteren, blijft het water eerlijk verdeeld.” De Fonteinvogels gehoorzaamden. Ze schreven over druppels, tijden, en routes. Maar hoe meer ze schreven, hoe minder ze vlogen. Het water kwam trager. En de Regeldieven riepen: “Er gaat iets mis! We hebben nóg meer regels nodig.”
De tweede draai
Vanuit de Zee van Efficiëntie kropen de Rekenkrabben aan wal. “Het water kost te veel,” zeiden ze. “Sluit kleine fonteinen, werk sneller, lever meer met minder.” De Fonteinvogels probeerden te voldoen, maar hun vleugels werden zwaar en hun veren grauw. Steeds meer vogels vielen uit, en de krabben schreven: “We hebben een tekort aan vogels. Tijd voor een nieuw plan.”
De touwwevers en de schaduwvogels
Hoog boven het plein zaten de Touwwevers, een raad van dorpshoofden en kooplieden, die alles aan elkaar bonden met goedbedoelde touwtjes van beleid. “Als we het systeem strak houden,” zeiden ze, “valt er niets meer door de mazen.” Maar terwijl zij trokken aan hun touwen, raakten de Fonteinvogels verstrikt.
Toen kwamen de Schaduwvogels. Ze vlogen mee om te helpen, stil, liefdevol, maar onbetaald. Hun vleugels sleten, maar niemand zag het, want ze stonden niet in de boekjes van de Regeldieven.
De droogte
Het dorp werd dorstig. De Fonteinvogels waren moe, de Schaduwvogels uitgeput, de Regeldieven en Rekenkrabben schreven nieuwe plannen en de Touwwevers trokken hun net nog iets strakker.
Iedere poging om te verbeteren, verergerde het probleem. Iedere maatregel tegen de dorst, kneep de fontein verder dicht.
De stem van de Uil
Toen landde een Oude Uil op de rand van de fontein. Hij keek naar het stille water en sprak:
“De bron is niet leeg, ze stikt in jullie goede bedoelingen. Jullie willen haar vasthouden, maar juist daardoor stroomt ze niet meer.”
Hij wees naar de Fonteinvogels: “Laat hen weer vliegen. Ze weten zelf waar dorst is.”
En de regeldieven, rekenkrabben en touwwevers luisterden. Ze scheurden de formulieren, sneden de touwen los en legden hun pennen neer.
De Fonteinvogels strekten hun vleugels — voorzichtig eerst, toen vrij. Ze haalden weer water, niet volgens schema, maar volgens hart.
En langzaam begon de fontein weer te zingen. Eerst een druppel, toen een stroom. Het dorp dronk. De vogels zongen. En de Uil glimlachte.
De moraal?
…
DISCLAIMER Alle informatie en/of artikelen mogen alleen gedeeld worden met bronvermelding. Verwijzing naar dit kennisplatform en auteur Marjet Veldhuis.